De Ratel Gaet
Allereerst het droeve bericht dat ons erelid en oud-bestuurslid Aartje Kruijning-Teeuwissen op 14 november overleden is. Wat heeft zij veel voor de HKH en het Huizer erfgoed betekend! Moge zij ruste in vrede. Meer aandacht voor haar in het in memoriam elders in deze Ratel.
Wat een vreemde maanden hebben we achter ons! Gelukkig hebben vijf activiteiten wel kunnen doorgaan. De tweede wandeling van dit jaar op Oud Naarden op 27 augustus voor de resterende “over-intekenaars” van 2 juli, was met acht personen wat minder bezocht maar verliep daardoor ook met veel enthousiaste interacties. Daarna hadden wij onze ledenavond op 23 september met een lezing over de geschiedenis van Waterschap Amstel Gooi en Vecht voor zo’n 55 bezoekers. Onze dorpsgenoot Wim Zwanenberg maakte er een boeiende avond van met veel nalees-informatie op onze website. Op 8 oktober organiseerde Jan Rebel zijn inmiddels jaarlijkse fietstocht langs de ons omringende villawijken; ook nu was de groep beperkt tot zeven deelnemers. 
Op 11 oktober hebben Tony Grolle en Klaas Schipper in klederdracht met veel succes een korte presentatie gegeven met verhalen en foto’s over klederdracht en dialect op de basisschool De Ark in het kader van het ‘Huizer Menu’. Een paar dagen daarna, op 14 oktober, heeft hetzelfde duo in het kader van een multicultureel educatie programma op de Kamperfoelieschool voor twee klassen opgetreden met een historische fotopresentatie over o.a. de boeren op de Meent, dialect en natuurlijk over de klederdracht waarin zij beiden waren uitgedost. Een groot succes was de klompendans op de klompen van Klaas die een Syrische jongen na afloop mocht doen ter vermaak van de hele school. Daarna viel ons programma stil omdat de coronamaatregelen ons daartoe dwongen. Dus geen fietstocht naar de Oostermeent, geen rondleidingen op de Hofstede Oud Bussem waarvoor veel aanmeldingen waren, en geen ledenavond over klimaatveranderingen rond de laatste ijstijden en hun effect op het ons omringende landschap.
In september trok de gemeenteraad haar conclusies uit het ‘Toekomstrapport Eerste Fase’, waarover meer in de vorige Ratel. De raad besloot alle drie de denkrichtingen verder uit te laten werken. Met, wat de HKH betreft, voldoende bewustzijn dat de consequenties voor ons en enkele andere direct betrokken erfgoed-organisaties in de verdere studie nadrukkelijk moeten worden meegenomen. In het voorjaar wordt de volgende fase hopelijk afgerond. 
In het postkantoor hebben wij voor Sint en kerst een kleine activiteit georganiseerd ter ondersteuning van onze boekverkoop en naamsbekendheid. Ga er nog even langs voor wellicht iets leuks onder de kerstboom!
Opnieuw zijn ons enkele leden ontvallen in de afgelopen tijd, of omdat zij zijn overleden, of omdat hun gezondheid te slecht werd. Met name bij onze Klederdracht groep hakte dit er het afgelopen jaar erg in, niet alleen de emotie die daarbij hoort, maar ook de vraag of het functioneren als werkgroep met leuke activiteiten nog zal kunnen doorgaan. Ik doe hierbij een oproep aan iedereen om ons te helpen om de kennis van de Huizer klederdracht te behouden en incidenteel de Huizer dracht te willen dragen. Elk idee of contact is welkom. 
Begin november gaf ons nog maar net geïnstalleerde bestuurslid Rob de Slegte te kennen dat de inhoud van zijn taken als secretaris hem niet het plezier brachten waarop hij gehoopt had; hij zal die taken eind 2021 neerleggen. Wel hoopt hij nog een aantal specifieke taken te blijven doen waar hij dat plezier wel vond. Wij betreuren zijn besluit zeer omdat wij zijn bijdragen erg waardeerden. Wij danken Rob voor zijn inzet. Helaas zijn wij dus wederom op zoek naar een nieuwe secretaris; er gloeit inmiddels enige hoop dat er kandidaten bereid zijn om de functie te overwegen. Voor het komende winter-kwartaal zijn zoals gebruikelijk geen HKH-activiteiten gepland, anders dan het werk in het archief. Wel werken wij eraan dat een aantal activiteiten die we eerder moesten afgelasten alsnog in het voorjaar kunnen worden georganiseerd. Voor details die nu al bekend zijn verwijs ik u naar de agenda. In de volgende Ratel zullen hopelijk meer details kunnen worden bekendgemaakt. En er ligt weer een mooie Ratel voor u klaar met veel leuke informatie en wederom wat opmaak-nieuwigheidjes. Wij zijn benieuwd naar uw oordeel!
Ik wens u, mede namens het bestuur van de HKH, ondanks alle beperkingen die er nog op ons af gaan komen, heel veel gezelligheid en warmte met uw naasten in deze mooie laatste maand van 2021. Vooral veel gezondheid en goeds voor 2022!
Ewoud Doyer voorzitter
 
Inhoudsopgave december 2021
De Ratel Gaet ...............................................................................................................................................................................1
Inhoudsopgave ..........................................................................................................................................................................2
Van de redactie ..........................................................................................................................................................................3
Activiteiten 2022 ....................................................................................................................................................................3
In memoriam mevrouw Aartje Kruijning-Teeuwissen (1932-2021) ...........4
COV Excelsior – Het geluid verstomde, de muziek viel stil .....................................5
Verslag cultuureducatie  .............................................................................................................................................7
Van de werkgroep Huizer dialect  ..................................................................................................................8
Toen en nu ...................................................................................................................................................................................10
Uit het leven van Anne Boomsma.............................................................................................................11
Dirk Hage, genees-, heel- en vroedmeester te Huizen ................................................15
Uit het leven van mevrouw Neeltje Vedder-Troost ..........................................................17
Het oog van een dokter 150 jaar geleden (deel 3) .............................................................22
Column ............................................................................................................................................................................................24
Philips: Die tijden komen nooit meer (deel 4) .......................................................................25
Schenkingen..............................................................................................................................................................................31
Nieuwjaars- , heil- en zegenwensch van F. Breijer ...........................................................32
 
Verhoging contributie 2022 
Het bestuur van de HKH is van plan in de Algemene Ledenvergadering van 17 maart a.s. een 2022 begroting voor te stellen waarin de minimum contributie bijdrage wordt opgetrokken.
De bijdrage voor het lidmaatschap is in 2010 voor het laatst verhoogd en de prijsindex is sindsdien ruim 18% gestegen en stijgt door. Hoewel sprake is van een minimum bijdrage, is het aantal leden dat meer bijdraagt gering. Door het toenemende aantal leden is het positieve resultaat van de HKH op peil gebleven, maar een grote verdere stijging van het ledenaantal wordt niet verwacht terwijl de kosten doorstijgen. Voor 2022 voorziet het bestuur daarnaast een stijging van de kosten o.a. door het aantrekkelijker maken van De Ratel en mogelijk voor uitbreiding van (veilige) opslag van voorwerpen, archief, boeken e.d.
Het bestuur stelt voor om de minimum bijdrage te verhogen naar € 17,50 per persoon en per gezin naar € 20,00 per jaar. Dit voorstel dient te worden bekrachtigd door stemming tijdens de ledenavond van 17 maart 2022. Bij wijze van uitzondering bestaat daarna de mogelijkheid tot opzegging tot 1 april 2022. Het verzoek voor de bijdrage 2022 volgt na de ledenvergadering. Het bestuur van de HKH
2   
 
Van de redactie
We hebben de Ratel wat kleur gegeven en hopen dat u het mooi vindt. Het is immers uw blad als gewaardeerd lid van de Historische Kring Huizen. We hopen dat het kleurtje nog meer dan voorheen u kan verleiden tot het lezen van de inhoud waaraan wij ook nu weer met zorg en plezier hebben gewerkt. Na het vertrek van Klaas Vos uit de redactie heeft Frits Egmond zich aangemeld voor redactionele bijdragen voor de HKH. U heeft misschien al een paar keer zijn columns gelezen in het Nieuwsblad voor Huizen. Frits, je bent meer dan welkom en het smaakt naar meer! Ook ondergetekende heeft zich bij de redactie aangesloten. Gelukkig mogen we nog even tegen de jarenlange ervaring van Wendy van Noppen aanleunen. Moedig voorwaarts dus en mooie Ratels maken. In de vorige Ratel vroegen wij wat u van de Ratel vindt. Vijf lezers hebben de moeite genomen om te reageren. Dat is niet veel op een bestand ruim 330 leden. Toch geeft het wat inzicht ook al is het bij lange na niet representatief. Het volgende weten we nu.
De meeste artikelen zijn leuk om te lezen, interessant en afwisselend. Bij verhalen over heel oude gebeurtenissen haakt de een af, een ander wil er meer van. Verhalen moeten herkenbaar zijn. Iemand wordt blij van de stukjes in het dialect. ‘Zo lees je af en toe nog Huizers’. Verhalen over en van oude Huizers mogen er best meer zijn net als verhalen over de jaren 60 en 70. 
Historisch is immers alles wat met het verleden te maken heeft. 
De lijst met schenkingen is ook aardig om te lezen. We gaan proberen daar een of meerdere schenkingen uit te lichten en van een context te voorzien.
Het huidige formaat wordt als ‘goed, mooi en prima’ genoemd al vindt ook iemand een formaat half zo groot mooier. Vier Ratels per jaar is mooi genoeg en alsjeblieft gewoon per post versturen! Geen digitaal gedoe. ‘Een blad over historie moet alleen al uit nostalgisch oogpunt in drukvorm en per post worden verspreid’. Meer foto’s over het oude Huizen, zoals Oud Huizen in beeld in de (opgeheven) Huizer Courant zijn meer dan welkom. Voor een jeugdpagina in de Ratel komt maar een heel matig applausje. Maximaal 40 pagina’s per nummer is helemaal prima. Voor meer pagina’s wordt nauwelijks de knip getrokken. Tot slot kregen we enkele aardige suggesties voor verhalen en/of onderwerpen voor de Ratel. Daar gaan Wendy, Frits en ik ons over buigen hoe we die kunnen gaan realiseren. Het maken van de Ratel is mensenwerk en we kunnen best nog wat mensen gebruiken die het leuk vinden om te schrijven en van Huizen veel inspiratie krijgen. Voor dat en nog veel meer mag u ons altijd mailen: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Met hartelijke groet, mede namens de redactie,
Rob de Slegte
 
IN MEMORIAM 
Aartje Kruijning-Teeuwissen 
(1932-2021)
 
Met droefheid ontvingen we het bericht van het overlijden van Aartje Kruijning-Teeuwissen op 14 november 2021 op 89 jarige leeftijd. Graag wil ik namens de Historische Kring Huizen haar man, kinderen en kleinkinderen condoleren met haar overlijden en veel sterkte wensen.
Dit bericht bracht mij meteen terug naar het begin van de Historische Kring Huizen in 1979: Aartje hoorde tot de allereerste groep belangstellenden en zij heeft de Kring gedurende vele jaren en in diverse functies gediend. Zij werd lid van het eerste bestuur in 1980, trad een aantal jaren op als waarnemend voorzitter, en werd begin 1996 gekozen als voorzitter (tot medio 1998). Nadat Bart van Geenen het voorzitterschap op zich genomen had in het voorjaar van 1999, kwam Aartje in het bestuur terug als lid, en wel tot 
2010. Kortom, dat is 30 jaar van bestuurlijke betrokkenheid bij het reilen en zeilen van de Kring. Zij werd dan ook benoemd tot erelid. 
Aartje had een voorliefde voor verhalen vertellen, liefst in het Huizers. Dat deed ze op avonden van de Kring maar ook daarbuiten. Daarnaast leidde zij wandelingen door het oude dorp en liet veel ‘buitenminsen’ kennismaken niet alleen met de geschiedenis van gebouwen maar vooral met de mensen die er gewoond hadden. (Sommige wandelingen zijn uitgeschreven en in het archief aanwezig.) Tijdens de jaarlijkse Huizer Dag/Open Monumentendag was ze vaak betrokken bij rondleidingen in de Oude Kerk. Met kinderen had ze een speciale band en in het Ratel-archief zijn voorbeelden te lezen van haar bezoeken aan scholen en activiteiten met schoolkinderen.  
Veel verhalen schreef ze op voor het Berichtenblad/de Ratel: over haar jeugd en familie, met name tijdens de oorlogstijd, verder gedichten, brieven en stukjes in het Huizers. Een verzonnen brief uit 1923 bevatte wat dorpsnieuwtjes, die een tante in Huizen aan haar nicht in Ermelo schreef die voor een betrekking als huishoudster daarheen verhuisd was. Na plaatsing in het Berichtenblad van januari 1983 kwam er tot meutjen Aartje’s grote verrassing antwoord van nicht Jannetje! Ze had geen idee wie deze ‘nicht’ was en haar verbijsterde gezicht op de jaarvergadering in de Boerderij, toen de schrijfster Janny Rebel-Gooijer bleek te zijn, zal mij altijd bijblijven. Het antwoord werd ook in het Berichtenblad afgedrukt en daarna ontstond er een levendige briefwisseling (in het Huizers) tussen beide dames, waarbij de beschreven situaties in de jaren 1920 geplaatst werden. 
In oktober 1992 kwam er tot verdriet van veel lezers een einde aan de brieven (Jannetje was inmiddels getrouwd). Overigens werd toen al nagedacht over het bundelen van de brieven in een boekje. Uiteindelijk heeft het nog tot 2005 geduurd tot “Waarde Nicht, Lieve Meutjen” als boek verscheen met foto’s uit eigen familie-albums en een CD waarop onder meer Aartje en Janny hun eerste brieven voorlezen. Het is nog verkrijgbaar. 
Aartje Kruijning-Teeuwissen is jarenlang als bestuurlid en voorzitter maar vooral ook als ‘Huizer mins’ van groot belang geweest voor de Historische Kring Huizen. Wij zijn haar dan ook veel dank verschuldigd voor haar trouwe betrokkenheid en inzet. Het was een voorrecht om haar zo te hebben mogen leren kennen en met haar samen te werken. Moge zij rusten in vrede.
COV Excelsior
Eduard Rebel, 
voorzitter COV Excelsior (2002-2020)
OV Excelsior
      Het geluid verstomde, de muziek viel stil
Als ik kijk naar de bijna afgelopen twee jaar kijk, dan zijn er een aantal woorden die bijna iedere dag in het nieuws kwamen. Ik noem uit de losse pols, covid-19, lockdown, IC en vaccinatie. Er zijn in deze tijd ook woorden ontstaan die nog niet eerder zijn opgenomen in de Dikke Van Dale. Kortom, we zitten in een tijd die anders is dan eerder en wat anders wordt dan is geweest.
  Wendy van Noppen Als gevolg van deze onzekere tijd, zijn er ook dingen verdwenen die eerder gewoon waren. Zo ook de enige oratoriumvereniging van Huizen: de Christelijke Oratoriumvereniging “Excelsior”, in de volksmond “onze COV” genoemd. Als voorzitter van deze mooie groep zangers is mij gevraagd om in uw Ratel wat te schrijven over COV, mede omdat ons rijk archief aan brieven, foto’s en programmaboekjes is overgedragen aan de Historische Kring. Als bestuur van COV zijn wij ook zeer blij dat ons archief niet verloren is gegaan en in goede handen is. 
Geschiedenis
Op 4 juni 1919 werd begonnen als Christelijke Gemengde Zangvereniging “Excelsior”. In de eerste veertig jaar had het koor een gemengd repertoire en werd aan menig concours en korenfestival deelgenomen. Het verenigingsvaandel dat eind 20-er jaren werd aangeschaft toont vele prijzen die in die jaren werden binnengehaald. In de loop der jaren groeide de belangstelling voor uitvoering van werken uit de klassieke muziek waaronder grote avondvullende oratoria. Na ongeveer 40 jaar is de naam dan ook gewijzigd in Christelijke Oratoriumvereniging “Excelsior”. Na de eerste uitvoering van Die Schöpfung van Joseph Haydn is het koor onder de bezielende leiding van diverse dirigenten gegroeid in muzikale kwaliteit en ambitie. De muzikale keuze is vooral gericht op de grotere werken uit het klassieke oratorium-repertoire. 
Vereniging
Onder de bezielende leiding van diverse dirigenten is de vereniging gegroeid in muzikale kwaliteit en ambitie.
De vereniging heeft een open karakter en staat open voor leden met zowel kerkelijke als niet-kerkelijke achtergrond. Bindende factor is de gezamenlijke interesse voor het in koorverband instuderen en uitvoeren van oratoriummuziek. Excelsior streeft ernaar minimaal één concert per jaar met klassiek orkest en solisten te geven, een al vele jaren uniek gebeuren in het kunst- en culturele leven van Huizen. Ambitieuze concertprogramma’s bieden daarbij veel uitdaging voor dirigent en leden en maken de concerten interessant voor een breed publiek. 
COV Excelsior
Vaandel
Sinds eind jaren twintig van de vorige eeuw bezit COV Excelsior een vaandel. Tot de jaren vijftig is dit vaandel bij menig concours getoond en in de loop der jaren met vele medailles en verzilverde lauwerkransen behangen. Tot midden jaren negentig werd het vaandel tijdens het jaarlijkse concert op het podium getoond. De slechte staat van het vaandel noopte ons met deze traditie te breken. Nadat hiervoor in 2002 via het RABO ledenfonds een flinke subsidie werd ontvangen is het vaandel in 2002/2003 door de firma Paswerk in Haarlem gerestaureerd. 
Momenteel staat het vaandel geplaatst in een glazen vitrinekast bovenaan de trap naar de trouwzaal van het oude gemeentehuis aan de Naarderstraat. Formeel is het Huizer Museum de nieuwe eigenaar van dit vaandel geworden. 
Concerten
Onze laatste dirigent was Toon de Graaf. Met Toon wilde Excelsior bekende en minder bekende klassieke werken ten gehore brengen tijdens concerten met goede muzikale kwaliteit. Voor zijn eerste concert met Excelsior in 2012 stond het grootse Weihnachtsoratorium van Bach op het programma. Daarna volgden er concerten met romantische werken van Mendelssohn, Bizet en Puccini. Vele hoogtepunten heeft COV beleefd in de Grote Kerk van Naarden. Als vereniging, leden, bestuur en muzikanten is deze locatie te vergelijken met een concertgebouw. Een weergaloze ervaring om daar als amateurzanger te mogen zingen. Bij veel koren was de kerst een drukke periode met concerten. Die drukte viel bij COV zeker mee, mede doordat juist onze najaarsconcerten niet altijd in december vielen. Eens in de 5-6 jaar wordt er een concert gegeven in de adventstijd, en daarom rond de kerstdagen vrijaf. Een bijzonder moment vond plaats in de Zenderkerk rond 2010, in de week voor kerst werd voor het eerst in Huizen de integrale uitvoering van de Weihnachtsoratorium van Bach uitgevoerd onder leiding van Kees Glaubitz, een lange zit voor de bezoekers met wel met een tweetal pauzes. Deze marathonavond was zeer succesvol, de kerk zat vol. Kees Glaubitz was onze dirigent in de periode 1983-2011.
De componist Mozart stond regelmatig bij onze COV op het programma. Zo ook in 2001.
In 2001 heeft COV Excelsior het Requiem van Mozart uitgevoerd. Tijdens een van de repetities, op donderdag 13 september 2001, twee dagen na de aanslagen op het World Trade Centre in New York, repeteerde wij het Lacrimosa. Die avond heeft op mij persoonlijk een diepe indruk achtergelaten. Het leek wel of iedereen die avond bij dat stuk terugging naar twee dagen ervoor. Het Lacrimosa werd zo dramatisch gezongen en begeleid dat je er kippenvel van kreeg. Na afloop bleven we stil voor ons uitkijken en je kon een speld horen vallen. Muziek geeft je alles, inclusief de emotie.
Op 9 november 2019 vierden we ons 100-jarig jubileum met een concert in de Grote Kerk van Naarden, een feestelijke gebeurtenis met prachtige koorwerken. Niet alleen de muziek was die avond het hoogtepunt, maar ook de overhandiging van de Koninklijke Erepenning namens Zijne Majesteit, Koning Willem-Alexander. Een waardering van de Koning voor de actieve aanwezigheid van COV in de Huizer gemeenschap. 
Teloorgang van COV
Na 101 jaar en een succesvol en gezellig jubileumjaar 2019, met als hoogtepunt een prachtig concert in de Grote Kerk van Naarden, is het doek gevallen voor COV Excelsior Huizen. In een op 8 oktober 2020 extra gehouden ledenvergadering is besloten de vereniging per 1 januari 2021 op te heffen.
 
COV Excelsior
Tot slot
Ik heb met plezier aan dit artikel geschreven. Inmiddels is het ruim een jaar geleden dat we deze beslissing hebben genomen. Voor veel zangers van COV is de donderdagavond na oktober 2020 een vreemde avond geworden. Veel gezinnen binnen Huizen hielden rekening met deze avond omdat mannen, vrouwen, vaders, moeders, opa’s en oma’s die avond niet thuis waren maar richting de Zenderkerk gingen voor hun wekelijkse koorrepetitie. Een tijdperk uit de rijke historie van Huizen is hiermee afgesloten.
Leden en bestuur hebben de conclusie getrokken dat Niet alleen hebben we dierbaren naasten verloren, ook er onvoldoende mogelijkheden zijn om als oratori- COV Excelsior heeft de gevolgen van deze crisis niet umvereniging verder te gaan. Enthousiast werd begin overleeft. Helaas heeft corona ons het laatste zetje in 2020 gestart met de repetities voor het Weihnachts- de verkeerde richting gegeven en dat doet zeer. oratorium, dat gepland stond voor december 2020. Het uitbreken van de wereldwijde coronacrisis bracht alle verenigingsactiviteiten in maart kort tot stilstand om in april enthousiast te worden voortgezet met digitale repetities via zoom.
In de zomer van 2020 werd echter duidelijk dat het decemberconcert door de pandemie niet mogelijk is. Ook het ledenaantal en de leeftijd van de leden was een punt van aandacht en zorg. Dat en de onzekere toekomst hebben uiteindelijk geresulteerd in de genomen beslissing. 
Van de werkgroep Huizer Dialect
Klaas Schipper
W
oordjies in ’t Huizers
Zoëas beloofd in de vurrige Ratel, gae ik weer veder mót de woorden dee nijt in ‘t Huizer woordenbook staenen. Vur dat ik de letter B gae doeën, eerst nog 
 
wat over de A. 
We hemmen een schrijven binnen ëkregen van een man dee zaid, in Amsterdam zaiën we ók “An barrels” en “An gort”. Of ’t sóms vanuit Amsterdam hier naertoo overëwaeit is. Dat zou best kannen, want d’r werkten verschaiëne minsen uit ’t darp in Amsterdam. Waarónger m’n vader. En een oëm en meutjen, allebai Huizers, hadden daer d’r bedrijf. En dee zatten elléke week in ’t darp.
Mar volléges mijn kómt ’t uit Engelangd. Daer hemmen ze “barrels”. Een “barrel” is een houten vat of tón. Meschien in de visserij gebruikt of voor vloeistoffen of zoë iets. Nou góng zoë’n vat oëk nijt iewig mie, dus barsten dee welderies as tie viel bevurbéëld. En dan was tie kapot, an barrels. En zoë kan dat woord overëwaejd wezen uit Engelagd via de visserij bijvurbéëld. En “An gort”. Gort, da’s gepelde gerst. Tot an ’t ainde van de negentiende eeuw wurden d’r Gortepap ëgeten. En dee Gort móst netuurlijk vervoerd wurren. Dat zallen ze óngetwijfeld in zakken ëdaen hemmen. Ik denk zelf jute zakken. En jute zakken vergaen as ze wat ouwer wurren, vurral as ze vochtig ópëburgen wurren. En as de minsen van too wat in dee jute zakken vervoerden, kón ’t welderies beuren dat t’r zoë’n zak scheurden en dan was alles wat in dee zak zat kapot. “An gort”.
Dus ik denk dat ’t allebai oud-Hollandse woorden binnen dee in ‘t Huizers binnen blijven hangen. Nou nog wat woordjies. Een A, dee nog boven water ëkómmen is.
Andoën aandoen. b.v een jas. Anëdaen aangedaan. Ook een uitdrukking. Dee man was anëdaen deur zoëvul hulde.
Buiten de woorden mót een A in ’t woordenbook en nou in “De Ratel” binnen d’r nog vule meer woorden dee mót een A beginnen en dee nerreges staen. Too ik een tijd vróm nog Huizer les gaf, hem ik een lijst ëmaakt van woorden dee mót een A beginnen en daer de vertaling naer ’t Huizers achter ëzet. Dat binnen zoë’n hóngderdzeuventig woorden. Ze kónden dat dan leren en zoë ’t Huizers machtig wurren. Mar dan mót je wel, leren en nijt denken dat ’t an kómt waeien. En dat leste dochten ze. Dee lijst zou trouwes ók wel wat vur de schoëlen wezen in ’t darp. Kannen ze teminste nog een bietjen Huizers leren. Nou leren ze Engels óp schoël, twijs ze nog gien éëns fesoeënlijk Huizers kannen maeken.
In de vurrige Ratel stungen ónger mijn stukkien dat mijn oëtjen en oëta en mijn overgrootvader, ka-je in ’t Huizers overoëta zeggen, ’t ëschreven hemmen. Mar dat is toch echt nijt waar, want dee minsen binnen al éënenzestig jaar ëliejen naer de Naerderstraet verhuisd. En mijn “överoëta” meschien al hóngderd jaar ëliejen naer ’t Prins Bernharrd plein.
 
Van de werkgroep Huizer Dialect
Hierónger een paar woordjies uit mijn lijst. In teugenstelling mót ’t Huizer woordenbook is ’t Nederlangs-Huizers.
Aalbes 
Aanbakken 
Aanbevelen 
Aanbreien 
Aangebroken 
Aaneengesloten 
Aangeboren 
Aankaarten 
Aankomen Bessel
Anbakken
Anbevéëlen
Anbraien
Anëbreuken
Anéënësleuten
Anëbeuren
Ankaerten
Ankómmen Aannaaien 
Aanstaande 
Aardbodem 
Abnormaal  
Achterop 
Af 
Afbranden 
Afgelopen 
Afroep Annaeien
Anstaende
Aardboeëjem
Ampart
Achteróp
Of
Ofbrangden
Ovveleupen
Ofroop Afschillen 
Afspoelen  
Afvalemmer 
Afwachten 
Almaar 
Anijsmelk 
Armoe 
Autokerkhof 
Azijn Ofschellen
Ofspølen
Kietelton
Ofwonderen
Amar
Hiet
Arremeu Sloëp
Eek
Een greep uit de woorden dee ik óp ëschreven het. Óp- of anmerkingen binnen welkóm.
 
Nou nog effies zoëas beloofd de letter B
Amelangd
We wazzen mót vekantie naer Amelangd
Hoo binnen we daer nou toch anëlangd
Want ik hou héëlegaar nijt van strangd
Toch stapten we óp de pont bij óns volle verstangd
We kwammen vailig an de overkangt
Mar lieve minsen, wat een zangd
Gelukkig was ’t mooi weer, daer hadden we naer verlangd
Mar leg je de héële dag in ’t zónnetje, dan bin je ’s aauwus anëbrangd
Gelukkig had ik nog een biertjen achter de hangd
Dan kón ik m’n móngd effies spølen, dee zat vol mót zuufzangd
Je kannen d’r wel lekker eten, in een restaurangt
In een darpie of in de duinen, net waar je naer verlangt
Ze hemmen daer ók een toren, dae of en too brangd
As je dat zienen dan denk je, wat is daer an de hangd
Mar daer zaien ze too, ’t is mar goëd dattie of en too brangd
Want aarst leggen d’r ’s marreges allemol boëten óp ’t strangd
Bij noordwesten wijnd spølt t’r van alles an langd
Touwen, hout, kratten en of en too damesverbangd
’s Marreges vroog loëpen d’r dan minsen langest de kangt
Ze hemmen dan een mangde in d’r lui hangd
En alles wat ze vijnden raakt daer in belangd
Mar as ze ësnapt wurren, krijgen ze trammelangt
En kómmen ze mót d’r lui kop de are margen in de krangt
Nae een weekie leven boven ónze stangd
Góngen we weer óp huis óp an, héël nonchalant
Weer mót de pont, mar nou naer de are kangt
Nae een poëssie stungen we weer óp ’t vastelangd En een poëssie later zag ik de ouwe kerk weer, wat had ik daer naer verlangd.
Betrappen (ww) Een gewooën Nederlangs woord. Wat de in de lijst mót doeën, dat weet ik ók nijt. Waarschijklijk deur de verleejen tijd van dat woord. Betruppen, Betrupt. Verschaiëne minsen hemmen d’r kijer welderies betruppen óp kattekwaad wat ze an ‘t uithalen wazzen. En dan kregen ze óp d’r lui falie.
De vollëgede Ratel zal ik weer beginnen met wat woordjies uit mijn lijst mót de letter B.
Ómdat ’t de are maand alweer Sónderklaas is, zou ik wullen ofsluiten mót een rijmpie. Dee hem ik ooit ëschreven en vurëdreugen in ’t Huizer café. Zou dee ooit weer van de gróngd kómmen? Jooëst mag ’t weten. ’t Heet: Amelangd. Toovallig begint ’t ók mót een A.
Klaas van IJs van Jaap en Jannemeut van IJzuk.
 
Uit het leven van...
Gerrit Jongerden
Willemien Van As
U
it het leven van Anne Boomsma
Proloog - Als je de naam Boomsma leest, weet je natuurlijk meteen, 
dat het niet om een telg uit een Huizer geslacht gaat. Nee, het is een Fries. Wat heeft zijn verleden dan met het verleden van Huizen, te maken? Nu, eigenlijk niets, maar toch zijn er overeenkomsten tussen Huizen en het dorp in het Noorden van Friesland waar Anne van zijn 5e tot zijn 19e jaar woonde. Ook in het algemeen ziet Anne wel degelijk verband tussen Friesland en Huizen. Verder is het ons inziens toch wel interessant om te lezen hoe het vroeger op – hemelsbreed – zo’n 150 kilometer hier vandaan aan toeging. De oorlog komt uitgebreid aan bod. Er komt nog bij, dat we het met Anne niet hebben over iemand waarvan er 13 in een dozijn gaan. Hij heeft veel talenten die hij voor verschillende verenigingen en organisaties heeft ingezet en waarvoor hij – zeer terecht – in 2009 een lintje kreeg. Intussen woont hij hier 68 jaar en weet zodoende best het een en ander over het verleden van Huizen. Hij is ook al jaren lid van onze vereniging.
Het ‘woord’ is aan Anne; op z’n Fries Oane: 
In de Greidhoek ben ik op 22 februari 1931 in Weidum Friesland geboren, zo’n 7 km ten zuiden van Leeuwarden. De naam zou ‘Nederzetting op de weiden’ betekenen. Als dat zo is, zou minstens half Friesland ‘Weidum’ moeten heten! Over mijn Weidumperiode weet ik weinig of niets te vertellen. Wel weet ik, dat het een bekend kastrol is. Mijn ouders hadden daar een bakkerij. In mei 1936 verhuisden we naar Wierum.
In Wierum woonde ik 14 jaar. Wierum ligt in de gemeente Dongeradeel, ca. 8 km ten noorden van Dokkum, aan de Waddenzee. ‘Woonplaats op de hoogte’ zou het betekenen. Ook daar hadden we een bakkerij. Ik zat er op de lagere school van 1937 tot 1943. Wierum was vroeger een vissersdorp, net als Huizen dus. Dat de vis duur betaald wordt, is in vissersdorpen al te goed bekend. Zoals in een Ratel van enkele jaren gelden opgetekend, zijn er vroeger in de loop van ca. 40 jaar bijna 100 vissers verdronken. Een ramp trof Wierum op 1 december 1893 toen er op die dag 22 vissers verdronken en dat uit een dorp met ca. 
Anne Boomsma
 
1000 inwoners. Algemeen bekender is echter dat op 6 maart 1883 uit de naburige vissersdorpen Moddergat en Paesens 83 vissers verdronken, een drama van ongekende omvang. Weer te vergelijken met Huizen: in beide dorpen is er geen visserij meer. Veranderingen voltrokken zich in de loop der tijd héél verschillend. Toen wij in 1936 in Wierum kwamen wonen, waren er ca. 1100 inwoners. In Huizen 8 à 9000, meen ik. Nu, in 2021 wonen er in Wierum ca. 250 mensen en in Huizen meer dan 40.000.
Als kind was ik nooit binnen; ik was altijd op pad. Met vrienden ging ik graag eieren zoeken, al had ik daar nooit veel geluk bij. Ook was ik gek op schaatsen. Welke Fries niet? We aten als jongens ook wel mosselen, die we raapten op de mosselbanken voor de kust. Er konden er acht in een leeg conservenblikje. Die ‘kookten’ we dan boven een vuurtje van vlasafval dat daar lag te branden. Een man die vlas bewerkte stak buitendijks het afval altijd in brand. Er waren twee soorten mosselen en wel oranjekleurige “Amelandse” en witgelige “Schiermonnikogers”. Wat wij niet wisten of wilden weten is dat er ook vaak zogenaamde ‘zieke’ mossels bij zaten. Als je er daar één van opeet, kun je goed ziek worden en dat is dan ook wel gebeurd. Praat me er niet van. Als een mossel niet opengaat, dan is hij ziek. Op de gezonde mosselen ben ik echter nog altijd gek!
Jutten was vroeger voor veel dorpsbewoners een mooie manier om aan extra spullen te komen. Als je in de kerk op de galerij zat, kon je precies op de Waddenzee kijken. In het dorp ging het verhaal, dat een kerkganger op een zondag, waarschijnlijk rond 1903, tegen de dominee zei: “Wilt u over een half uurtje verder preken, want er spoelt hout aan.” Op zondag mocht ik niet jutten van mijn ouders. Maar als je op zondag iets moois tegenkwam, kon je dat natuurlijk niet laten liggen tot maandag. Dan zou iemand anders je voor zijn. Toen mijn vader erachter kwam, dat ik toch een keer op zondag had gehaat, zei hij: “Die spullen stook ik gelijk op, want daar kan geen zegen op rusten.”
Na de lagere school ging ik naar de MULO in Dokkum. Door weer en wind, op de fiets. Toen ik mijn diploma had, ging mijn vader naar de directeur van de MULO om te praten over werk, dat ik zou kunnen doen. Hij komt daar vandaan en zei: “Zo, en nu gaan we naar de Belastingen om te solliciteren. Maar ik zei, dat ik helemaal niet bij de belasting wilde werken. Ik had geluk dat het tussen de middag was en dat het belastingkantoor tot half twee gesloten was. Mijn vader zei toen: “Als je maandag geen werk hebt, krijg je geen eten”. Ik zorgde er snel voor, dat ik de volgende maandag bij een grossier van levensmiddelen terecht kon. Dat was firma Sipkes, ook in Dokkum. Iemand zei, dat niemand het daar langer dan een half jaar uithield maar ik heb het drie-en-een -half jaar volgehouden, tot ik in dienst moest. Ik was intussen wel vier keer ontslagen maar dat kwam toch elke keer weer goed. Na de MULO ging ik naar de 5-jarige handelsavondschool in Dokkum. Omdat ik mijn MULO-diploma had, hoefde ik maar twee jaar. Ik heb daar ook een diploma van. Nadien heb ik nog diverse praktijkdiploma’s gehaald. Die school ging om 22.00 uur uit en dan acht kilometer naar huis. Op een avond ging ik na school naar een feestje. Het was iets van het CNV. Er werd ook een loterij gehouden en ik won een grote taart. Jij bent zoon van een bakker, zeiden ze, we verloten hem opnieuw. Dat ging natuurlijk niet door en ik op de fiets op huis aan met één hand aan het stuur en de taartendoos in 
 
voorzagen.
irk Hage, te Huizen 1794 - 1857
1751-Huizen, 17 februari 1840).
Klaas Hage’s eerste huwelijk is op 11 juli 1776 te Monnickendam met Anneke (Simonsdr.) Kennis (Monnickendam, 20 mei 1756 - Huizen, 18 september 1778) bleef zonder kinderen.
Driekwart jaar na het overlijden van Anneke trouwt Klaas, voor de tweede keer, op 30 mei 1779 te Huizen met Aaltje Westland (Huizen, 29 juli 1753 - Huizen, 24 november 1780). Samen hebben zij één dochter: Geertje Haage (Huizen, 14 mei 1780 - Huizen, 17 maart 1852). In het trouwboek van Huizen staat aangetekend dat Klaas op het moment van het huwelijk met Aaltje weduwnaar is van hogergenoemde Annetje Kennis.
Uit het huwelijk op 12 mei 1782 van Klaas en zijn derde vrouw, Nelletje Schram, komen 7 kinderen voort:
Annetje Hage (Huizen, 7 september 1783 -Huizen, 6 november 1783), Pieter Hage (Huizen, 12 september 1784-Muiden, 27 december 1866), Floris Hage (Huizen, 23 april 1786-Huizen, 5 oktober 1786), Floris Hage (Huizen, 2 september 1787-??, Annetje Hage (Huizen, 19 juli 1789-??, Jan Albert Hage (Huizen, 20 december 1792-Huizen, 29 november 1814) en Dirk Hage (Huizen, 7 december 1794-Huizen, 10 december 1857)
Dirk wordt op 31 maart 1818 tot het ambt van plattelands heelmeester toegelaten, nadat hij te Amsterdam zijn medische op-
Opregte Haarlemsche Courant - 15 december 1857 Opregte Haarlemsche Courant - 25 oktober 1861
 
dat aan D. Hagen, heelmeester te Huizen, een gouden medaille t.w.v. 50 gulden zal worden uitgereikt. Bijna een jaar later (23 juni 1826) staat in de Nederlandsche Staatscourant dat door de burgemeester van Huizen in aanwezigheid van het Gemeentebestuur, de predikanten van de Hervormde en Doopsgezinde gemeenten alsmede een aantal van de aanzienlijkste ingezetenen en onder ene gepaste aansprak, namens de Koning (Willem I) een gouden medaille werd uitgereikt, ter beloning van zijn belangenlooze ijver bij de bevordering der vaccine.
Op 13 januari 1829 verschijnt Dirk met zijn Hillegonda in Naarden voor de vrederechter in Naarden, tezamen met anderen, om te verklaren dat Gerrit Jan Deetman (Hillegonda’s oudste broer) de nalatenschap van haar oom, Steven Deetman/ goed heeft afgewikkeld.
In den jare achttienhonderdnegenentwintig den dertienden Januari, compareerden voor ons, Mr. Johannes Petrus Thierens, vrederegter des Kantons Naarden, Arrondissement Amsterdam, Provincie Noordholland, geadsisteerd met onzen Griffier in onze gewone AudientieKamer op het Stadhuis te Naarden, de personen van Hillegonda Deetman, huisvrouw van en geadsisteerd met – en geautoriseerd door den mede-comparant Dirk Hage, Heelmeester, enz., enz.
Dirk doet gedurende vele jaren zijn medisch werk in Huizen. De dorpelingen zijn klaarblijkelijk tevreden over hun dokter, want over zijn werkzame jaren is nergens iets in de annalen te vinden waaruit blijkt dat men er anders over denkt. Daar, waar de arts uit het vorige artikel over medici in Huizen, een nogal onrustig dan wel reislustig type is, is Dirk trouw aan zijn geboortedorp. Hij wordt geboren, trouwt en overlijdt in Huizen, een dorp dat tegen het einde van zijn leven ongeveer 2.750 inwoners telt, verdeeld over zo’n 550 gezinnen.
Dirk’s vader, Klaas, komt tussen 1776 en 1778 naar Huizen. Het dorp heeft een onderwijzer nodig en Klaas is de aangewezen persoon. In de loop der jaren klimt hij op tot secretaris van het dorpsbestuur en zelfs tot schout. Hij koopt samen met drie andere Huizers het pand Achterbaan 61 (oude nummering, later hernummerd tot nummer 6). Dit pand, dat bekend staat of eigenlijk stond als de Koperslager (verbrand in september 1991) bevond zich tussen de Achterbaan en de Middenweg, ter hoogte van de ingang van Scapino en Action. Bij het overlijden van zijn moeder erft Dirk dit pand en woont hier met zijn Hillegonda. Daarnaast hadden Dirk en zijn vrouw ook het pand Kos (in de Kerkstraat op de plek van o.a. Hema en de Vodafone-winkel) in bezit. Na het overlijden van Hillegonda komt het pand aan de Kerkstraat in handen van de familie Kos, die er tot aan de sloop toe (1992) in heeft gewoond en gehandeld.
Op 30 januari 1854 verschijnt in de Opregte Haarlemsche Courant een advertentie waarin het publiek wordt opgeroepen indien zij iets te vorderen hebben of verschuldigd zijn aan de boedel en de nalatenschap van wijlen Jan van Wessel, wagenmaker alhier om vóór of op 15 februari opgave of betaling te doen aan de Executeurs Testamentairs, t.w. D. Hage en C.W. Rebel. Deze laatste is de, op dat moment, fungerende burgemeester: Cornelis Willem Rebel.
Op 11 december 1857 doet Anthonie Rebel, heel- en verloskundige, tezamen met Evert van der Roest, aanspreker, aangifte van het overlijden op 10 december ’s morgens om 10 uur van Dirk Hage, van beroep oud-geneesheer, wonende aan de Achterbaan nummer 61 (oude nummering) in den ouderdom van 63 jaren. De betreffende ambtenaar die de akte ondertekent is Cornelis Willem Rebel, de fungerend burgemeester. Anthonie Rebel is neeft van de burgemeester.
Op 21 oktober 1861 doet wederom Anthonie Rebel, genees-, heel- en verloskundige, nu tezamen met Gerrit Hartog, grondeigenaar, wethouder, aangifte van het overlijden op 18 oktober ‘s avonds om halfelf, van Hillegonda Deetman, rentenierster, wonende aan de Achterbaan nummer 61 (oude nummering) in de leeftijd van 65 jaren. Ook deze akte is ondertekend door Cornelis Willem Rebel, de burgemeester, fungerend als ambtenaar van de burgerlijke stand.
Geraadpleegd: 
- www.wieiswie.nl 
- www.delpher.nl 
- www.familysearch.org 
- Historische Kring Huizen: De Ratel - december 2017,  
  De Ratel - februari 2017, De Ratel - september 2017 
- Doopakte Oude Kerk te Huizen 
- Opregte Haarlemsche Courant - 15 december 1857 en 
  25 oktober 1861
 
 
 
 
 
 
Uit het leven van... Gerrit Jongerden en Jan Rebel 
U
it het leven van mevrouw Neeltje Vedder-Troost en haar dochter Marijke
Op dinsdag 24 augustus gingen we naar de stad Hoorn. Wat heeft Huizen en met name de Historische Kring wel met Hoorn, behalve dat er tot in de 50-er jaren regelmatig vissers uit Hoorn hun vangst op de haven via de visafslag verkochten? Niets, eigenlijk maar het ‘waarom’ zullen we uitleggen.
 
In Hoorn woont namelijk sinds maart 2021 mevrouw Vedder. Dat zal weinigen iets zeggen. Iets meer misschien als we erbij vermelden, dat haar meisjesnaam ‘Troost’ is. Dan denkt menige oudere Huizer meteen aan ‘de boerderij van Troost’ gelegen tussen de speeltuinen Oud Naarden (vroegere speeltuin dan) en Oud Valkeveen aan de Oud Huizerweg 12. Naarder ‘banning’ = ‘grondgebied’ dus. 
De achternaam Troost kwam in Huizen niet voor. Zoals bij velen mogelijk ook wel bekend, was de boerderij en alles er omheen, geen eigendom van de familie Troost, maar werd alles gepacht van de familie Dudok van Heel. Die familie was eigenaar van het gehele omheinde terrein waar de boerderij op staat en het weiland er tegenover en van de aan de doorlopende sloot gelegen zanderijen en van het ’s Graevenveldt. (zie Stichting J.P. van Rossum).
Hoe kwam mevrouw Vedder in Hoorn terecht? Heel eenvoudig, daar woont haar dochter Marijke en mevrouw Vedder woont er in een verzorgingshuis op tietn minuten lopen van het huis van haar dochter en man. Tot maart 2021 woonde mevrouw Vedder zelfstandig in Huizen op de Karel Doormanlaan 67. Ze werd geboren in september 1923 en is nu (augustus 2021) 97 jaar. Meneer Vedder is in 2002 overleden. Dat mevrouw Vedder een zeer sterke vrouw is, spreekt vanzelf. De laatste tijd in Huizen had ze wel hulp nodig. Toen dat op zeker moment toch niet meer voldoende was om zelfstandig te kunnen blijven wonen, moest ze het huis en daarmee Huizen, toch verlaten. Het was dus noodzaak. Maar in Hoorn, vlakbij haar dochter, met wie ze een prima verhouding heeft, maakt ze beslist geen droevige neerslachtige indruk. Omdat haar woonruimte met alleen zit- en slaapkamer, niet erg ruim is, worden we opgewacht bij en door haar dochter. Je komt als vreemden binnen maar we voelden ons al gauw echt welkom. 
Hoe ging dat nu allemaal op die boerderij? Vader Jacob Troost kwam in 1919 met z’n vrouw op de boerderij wonen en dus boeren. Dan zijn we nu ruim 100 jaar verder! 
Mevrouw Vedders moeder heette Johanna Maria van der Veer van haar meisjesnaam en ze woonde als meisje op een boerderij bij de Hakkelaarsbrug bij Muiden. Oorspronkelijk kwam de familie van moeder Troost uit Loenen. Vader Jacob Troost kwam van een boerderij bij Muiderberg, niet ver bij haar vandaan. Jacob Troost werd geboren in Westzaan in de buurt van Wormerveer, maar daarvoor liggen de “roots” op de Zuid-Hollandse eilanden ( Westmaas). De familie Troost boerde er van 1919 tot 1948. Dat aansluitend de Vedders er tot 1978 boerden, is niet erg tot in Huizen 
 
Boerderij
doorgedrongen. Men spreekt/sprak over boer Troost of het bos van Troost. De naam Zeldenrijk is hier ook wel redelijk bekend maar dat waren dan weer de opvolgers van de familie Vedder. Mevrouw Vedder meent, dat er vóór haar ouders ene familie De Beus op de boerderij woonde maar verder weet ze daar niets van.
De boerderij staat sinds 1827 op de huidige plaats, eerder stond de boerderij bij het klooster van het St. Vitusconvent, dat verwoest werd. In 1856 sprak men over de plek als een half uur gaans in zee. (zie St. J.P. van Rossum)
Tot ca. 1950 werd de boerderij verlicht met olielampen, er werd gestookt met hout en uit een 30 meter diepe bron kwam het drinkwater. Neeltje Troost was enige dochter en zat in Huizen op de Prinses Julianaschool, toen aanvankelijk nog met drie lokalen. In 1930 kwam er een vierde lokaal bij. De meesters waren Pot en Vos. Mevrouw vertelt, dat van meester Vos een jongetje van zeven jaar is overleden. Dat heeft duidelijk een onuitwisbare indruk op haar gemaakt. Wij noemen ook juffrouw Van Deventer, die daar toen ook onderwijzeres was. Mevrouw Vedders arm gaat bezwerend omhoog, zo van ‘laten we daar maar niet over praten!’ Droevig toch dat juffrouw Van Deventer altijd negatief naar voren komt als het over haar optreden als schooljuffrouw gaat. Dat ze later in de oorlog een dappere rol speelde, bewijst wel dat ze meer kanten had. 
Op de fiets op weg naar school werd mevrouw altijd door iemand tot aan de rand van de bossen begeleid tot de school aan de Driftweg in zicht kwam. Mevrouw Vedder zat o.a. in de klas met Pietertje Schaap (nu mevrouw Boor) van Julianastraat 1, die ons ook haar voornaam ‘verraadde’! Mevrouw Boors jeugdherinneringen werden al in eerdere Ratels beschreven. In dezelfde klas ook nog Piet Boerhout van Julianastraat 9, die later een schildersbedrijf had. 
Wat gebeurde er in de oorlog allemaal met en bij de familie Troost? Zoals we al schreven, was de familie Dudok van Heel bezitter van boerderij en omgeving. Mevrouw Vedder weet ook dat Harold Frederik van Heel (1893-1967) in de oorlog commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten in Het Gooi was, toen genoemd ‘Gewest 9’. In deel één van de boeken van Jady Snel over het verzet in de oorlog in Huizen, wordt er over de rol van de familie Dudok van Heel ook het een en ander beschreven. De familie woonde in ‘De Viersprong’, een prachtig houten huis hoek Naarderstraat/ Flevolaan en nog net Huizer grondgebied. Harold was in de oorlog na maart 1942, toen zijn rol in het verzet bij de Duitsers bekend was geworden, tot het eind van de oorlog niet meer thuis. Hij zwierf van hot naar her. In 1943 kwam hij één keer nog even terug, toen de Duitsers zijn huis gevorderd hadden. Hoe dat kon weten we niet. Twee dingen zijn belangrijk, moet hij toen gezegd hebben: de wijnkelder en de auto’s. Vader Troost sleepte de auto’s met paardenkracht weg en verstopte ook de wijnvoorraad. Helaas regende het op de dag van het vervoer met als gevolg dat alle etiketten van de flessen geweekt waren en de familie Dudok van Heel later nooit wist, wat voor wijn ze dronken! In de oorlog gebeurde er in het bos van Troost heel wat. Met nog zes jongens heeft Joris Dudok van Heel in februari 1942 negen dagen in een soort ondergrondse hut in het bos geslapen. Vader Troost bracht ze iedere morgen een grote pan havermoutpap. Joris gaf zelfs schietoefeningen in het bos. In de Eemnesser polder voor het ver-
De bordjes, gekregen van de fam. Van Heel,  na de Tweede Wereldoorlog.
zet gedropte wapens, werden ook in het bos verstopt. Mevrouw Vedder vond Joris wel een geschikte kerel, maar z’n broer Robert was niet zo aardig. De Duitsers hebben mogelijk wel iets geweten of vermoed, want er vond op een gegeven moment een wel zeer grondige doorzoeking van de boerderij plaats. Ze vonden uiteraard niets verdachts. De hond liet niemand bij mevrouw Vedder komen en liet tijdens de huiszoeking zijn tanden zien. Gelukkig schoten de Duitsers hem niet dood! In het bos was ook nog een soort bunker waar vanaf de Duitsers schoten, als oefening. Van de familie Dudok van Heel kregen ze na de oorlog 3 bordjes, als dank voor hun hulp. Dat zullen wel geen boterhambordjes geweest zijn maar we kregen toch niet de indruk dat de familie de gulle gevers om de nek vloog. (hier de foto van de 3 borden)
De grote kuil in het bos moet een ijskelder geweest zijn maar heel zeker is dat niet. Als het stormde en de grote lariksen heen en weer zwiepten, zorgde dat wel voor een beetje angstig gevoel.
De heer Vedder woonde vóór z’n huwelijk aan de Muiderstraatweg C 29 in Muiden, waar z’n ouders een boerderij hadden. Na z’n huwelijk kwam hij dus naar Oud Naarden waar het echtpaar Vedder van 1948 tot 1978 heeft geboerd. Toen verhuisden ze naar Huizen met de trekker uiteraard. Maar ze voelden zich niet bijzonder welkom! We werden zeer op de vingers gekeken, zegt mevrouw Vedder. Met buren op minstens 200 meter van de boerderij hadden ze er daar nooit last van!
Ze verkochten op de boerderij ook veel melk en eieren, vooral ’s zomers als de vakantiehuisjes op het kampeerterrein achter de begraafplaats bij Valkeveen, bewoond waren. Die huisjes werden aan ’t eind van de zomers afgebroken en in de schuur opgeslagen bij de boerderij en ook op de veranda’s bij speeltuin “Oud Naarden”. 
Neeltje Vedder-Troost
Melkboer Gijs Rebel uit Huizen was wel wat gepikeerd want hij verkocht daar bijna geen melk meer. Bij Gosen Klein in de zanderij kochten ze groenten. Die had een kwekerij vanaf de boerderij gezien een paar honderd meter richting Huizen, rechts van de weg. 
Toen er eind 50-er jaren veel Indië-gangers naar Nederland kwamen, werd er overal gezocht naar woonruimte voor die mensen. Ook in de boerderij werd gekeken of er ook ruimte was om wat mensen op te nemen. Die ruimte was er niet. In het nabijgelegen Roelofslaantje kwam bij de familie Bonjer op de Nachtegael wel een Indisch gezin wonen. De man was erg overheersend. Ze vroegen of ze bij ons melk konden kopen. Dat kon en moeder en dochter zijn altijd vrienden gebleven. De dochter bleef alleenstaand. Haar broertje was ongeneeslijk ziek. Z’n laatste wens was nog eens naar de boerderij te komen maar helaas overleed hij vóór dat dat er van kwam. 
Mevrouw Bonjer van Roelofslaantje 10 organiseerde altijd een Kerstfeest voor ’t personeel en hun gezinnen. Daar was uit Huizen ook Klaas Spilt bij met z’n gezin. Meneer Jobs Bonjer was bissschop van de Vrij-Katholieke Kerk. Je zou denken dat dat soort mensen gewoonlijk geen hele grote villa bewoonden met veel personeel. ‘’t Geheim’ school ‘m hierin dat mevrouw Bonjer een Van Eeghen was en dat was een rijke familie. Haar moeder woonde aan de Meentweg tegenover speeltuin “Oud-Valkeveen”. Zij zal wel gezorgd hebben dat het met de financiën wel goed zat! In de buurt vond heel wat plaats, te veel om op te noemen. Zo had je naast “De Nachtegael” – ook aan het Roelofslaantje – het Gustav Briegleb Huis. Daar kwamen jarenlang kinderen logeren voor een driedaagse vakantie. Ze kwamen voornamelijk uit Amsterdamse volkswijken. Aankomst maandag, vertrek woensdag. Tweede groep in één week: aankomst donderdag, 
De boerderij.
Neeltje Vedder-Troost
 
vertrek zaterdag. Het tehuis werd geopend in 1930 met geld van een legaat van Gustav Briegleb, bij leven directeur van de Ripolin Verffabriek in Amsterdam.
Nog even terug naar de boerderij. Er waren 40 koeien en voor meer was ook geen plaats. Als leek zou je denken dat er voor die beesten in de zomer in het weiland aan de overkant genoeg gras voor ze was. Dat was misschien wel zo maar er moest ook hooi en kuilgras zijn voor de winter en zodoende was dat weiland toch niet groot genoeg. Ze liepen daarom op meer plaatsen. Op het weiland achter De Viersprong aan de Flevolaan en op de hoek van de Bollelaan/ Flevolaan achter Flevorama en op de Naardermeent. Het Driestveld aan het Gooimeer achter de boerderij zou je ook denken – weer als leek – was ook wel geschikt om een mooie partij hooi te leveren. Helaas, het veld werd wel gemaaid maar de koeien wensten de driest niet te eten!
Dochter Marijke is uiteraard op de boerderij geboren. De Beatrixschool aan de Jacob van Wassenaerstraat was de plek waar zij haar lagere school jaren begon. De school werd op 31 januari 1956 officieel geopend. Dat was op de 18e verjaardag van Prinses Beatrix. Zij zat in de klas, die als eerste eerste klas op die locatie begon en de kinderen van die klas zeiden daarom, dat zij de eerste leerlingen van de school waren. In zekere zin was dat ook wel zo maar andere kinderen claimden óók dat zij de eerste leerlingen van de school waren! Dat 
Moeder Troost, dochter Troost en klein- was ook wel waar want de Beatrixdochter Vedder van 1949. school begon al in 1954, toen in enkele zaaltjes van ’t Visnet aan De Ruyterstraat. De heer W. van Pijlen is hoofd en blijft dat tot z’n 
pensionering in 1973. Marijke had (heeft!) een goed koppie en wilde graag naar ‘Het Willem’ in Bussum, school voor Middelbaar Onderwijs. Een aantal jaren, zo ongeveer van midden 50-er tot midden 60-er jaren, bestond er in Huizen bij de schoolvereniging Eben-Haëzer een zogenaamde opleidingsklas, gehuisvest in de Eben-Haëzerschool. Leiding had meester Joosse. De kinderen uit de verschillende scholen die geschikt werden geacht om naar het middelbaar onderwijs over te gaan, werden hier voor het toelatingsexamen klaargestoomd. Dat was ten minste de intentie! Marijke wilde daar graag naar toe maar meester Van Pijlen – vreemd genoeg – probeerde dat tegen te houden. Die ‘opleiding’ duurde een jaar en je kwam in die klas alsof je op je eigen school in de 6e klas zou hebben gezeten. Van Pijlen zei, dat als je daarheen wilde, je aan het eind van de 5e klas ook al de stof van de 6e klas moest beheersen. Vreemd verhaal zodat we dat toch maar eens op willen schrijven. Navraag leert, dat van deze ‘eis’ op geen enkele andere school sprake was. Het was dus mogelijk een bedenksel van hemzelf. Hoe dan ook, het lukte Marijke toch en via de opleidingsklas kwam ze op ‘Het Willem’ en behaalde het diploma. Toen een klasgenootje die niet heel ver van Oud Naarden woonde, in die tijd eens vroeg wat ze de volgende zaterdag zou gaan doen, antwoordde ze dat ze mee ging helpen de koeien van haar vader te verkampen, in dit geval vanuit de stallen naar de weiden aan de Flevolaan. Dat was natuurlijk een hele operatie met al die locaties en dus alle hens aan dek. Veewagens waren niet ter beschikking en alles ging lopend. De koeien met touwen aan en achter elkaar. Nou, 
 
Dokter van Hegel deel 3
Klaas Vos
Het oog van een dokter 150 jaar geleden
Een aantal jaren geleden kwam ik in het bezit van een facsimile van bovengenoemd rapport uit 1875. De facsimile werd in 1987 gedrukt in opdracht van de Hilversumse Historische kring in een oplage van 1000 exemplaren.
Dokter Van Hengel – zijn graf met monument is te vinden op het kerkhof achter de Grote Kerk van Hilversum – voldeed met zijn onderzoek aan een verzoek van Thorbecke, die heel ons land in kaart gebracht wilde zien wat betreft de volksgezondheid. Helaas werden slechts een paar regios grondig onderzocht, waaronder die van Van Hengel uitzonderlijk gedetailleerd is, flink voorzien van statistieken, tabellen en kaarten. Voor me ligt zo een boekwerk van 350 pagina's. Niets lijkt Van Hengel te ontgaan. De inhoud bevat een natuurkundige plaatsbeschrijving, een geneeskundige statistiek, de maatschappelijke toestand, de gezondheidstoestand en de klimatologische geneeskundige plaatsbeschrijving.
Hoe komt ons dorp er in voor, welk beeld rijst op?
 
Landbouw
In deel drie van zijn uitvoerig werk gaat Van Hengel in op de maatschappelijke toestand van het Gooi van toen. En als eerste behandelt hij de agrarische situatie. Hij kwalificeert deze in het algemeen als ongunstig. Weinig landbouwers hebben eigen grond, terwijl de huurwaarde flink gestegen is. Verscheidene akkers zijn omgevormd tot tuin of buitenplaats. De prijs van producten is dermate gestegen dat vrijwel alle huisgezinnen er een akkertje op na moeten houden voor de verbouw van aardappelen, het hoofdvoedsel van die dagen. De gestage toename van boeren maakt de spoeling dunner.
Naast aardappelen worden rogge en vooral boekweit het meest verbouwd. Respectievelijk 691, 646 en 911 hectare. Van Hengel gaat in zijn kwalificatie van de boerenbevolking wel erg ver. Behalve arm noemt hij ze ook dom.
Per gemeente geeft hij weer hoe groot de gemiddelde opbrengst is, waarbij Blaricum er het meest gunstig vanaf komt en ons dorp na Bussum het laagst scoort en als zuinig wordt beoordeeld.
Als voedergewassen wordt 677 hectare gebruikt voor knollen en slechts drie voor klaver, twee voor spurrie en één voor serradella (een eenjarige plant uit de vlinderbloemenfamilie, behalve als voeder ook gebruikt als groenbemester).
Visserij
Enfin, verder niet iets specifieks over Huizen en dus gaan we over die ‘tak van sport’ die alleen maar over ons dorp gaat: de visserij.
‘Op aal, ansjovis, bot, garnalen, kabeljauw, spiering en schol wordt afzonderlijk gevischt. Bij deze vertoont zich de knorhaan, pieterman, het scharretje, de schelvisch, tarbot en tong in de netten.’ Zo schrijft Van Hengel. Haring noemt hij nog niet. Er wordt gevist met botters, die groter zijn dan schokkers en kleiner dan kwakkers, door Urkers gebruikt.
Aal wordt gevangen met een tenen korf, de zgn. kubbe, ansjovis met netten van ongeveer vier meter lang en twee meter breed met bovenin stukken kurk en onderin brokken lood, zodat ze recht op staan. Twee vissers koppelen een aantal netten aan elkaar. ‘Dit is het polkavisschen der Huizers.
De ansjovis wordt iederen dag na de vangst naar Huizen gebracht of reeds op zee aan de Vollendammers – in den regel de opkoopers van visch op zee – afgestaan.’ Afhankelijk van de hoeveelheid wordt 20 of 30 cent per 100 stuk gebeurd. Jaarlijks worden ongeveer 780 ankers ansjovis uit Huizen uitgevoerd. Een anker is een vat met ongeveer 30 kilo inhoud.
Bot wordt voornamelijk met sleepnetten van zeven meter lang en twee meter hoog gevangen. Acht à tien van die netten worden aan elkaar geknoopt. Dat geheel wordt tussen twee schuiten vastgemaakt, dicht bij het roer.
‘Een gevreesde vijand bij de botvangst is de zeehond. Hij duikt, als de schipper vischt, naar beneden, bijt de netten aan stukken, om de botjes te krijgen ...’ Gewoonlijk wordt de bot aan zee overgedaan aan opkopers. Is er geen opkoper in de buurt dan wordt het naar het dorp gebracht tegen een prijs van vier of vijf gulden de honderd stuks of voor negen of tien gulden de 50 kilo.
‘De opbrengst is voor de gemeente Huizen van bijzonder groot belang; valt de vangst goed uit, dan verdienen de schippers veel geld; echter hebben ze altijd groote onkosten aan het netwerk, dat zoo ontzaglijk veel te lijden heeft van het sleepen over den grond.’
En dan komt toch de haring aan bod. Van Hengel beschrijft hoe deze vangst ook met twee botters geschiedt, elk in bezit van vijf netten die aan elkaar gekoppeld worden. De haringvangst duurt gewoonlijk van november tot maart.
‘Om de koude dragen de schippers dan ‘wanten’, die zeker hinderlijk moeten zijn, wanneer de visscher den haring, die met den kop in de mazen van het getaande katoenen net vastzit, eruit te halen.’ In mei wordt haring aan lager wal gevangen middels fuiken. Er zwemt dan zoveel haring dicht bij de kust en is de vangst derhalve groot dat niet alles tot bokking gerookt kan worden. ‘Deze visch wordt dan op wagens geladen en zoo naar de Gooische dorpen vervoerd, waar de 200 gewoonlijk voor 15 à 25 cent verkocht wordt. De koopers moeten dan zelven voor zouten en rooken zorgen.’ Er zijn schippers die op de Noordzee vissen voor de kabeljauw. Van Hengel geeft een staatje van het aantal botters tussen 1861 en 1870.
Gemiddeld zijn dat 108 botters, waarvan er 17 op de Noordzee vissen. Waarbij opvalt dat in 1861 het aantal het hoogst is: 122, waarvan 30 op de Noordzee en in 1969 het laagst: 42, waarvan 12 op de Noordzee. Toch was de vangst in dat 
Dokter van Hegel deel 3
jaar bijna het hele jaar voordelig schrijft Van Hengel, wat ten goede kwam aan het armwezen. In dat jaar werd ook het Oranje Weeshuis gebouwd. Ook in het jaar erop kan de toestand van het armwezen ‘zeer bevredigend’ genoemd worden.
Van Hengel geeft eveneens een overzicht van de binnen gelopen schepen met vracht gedurende 1870.
‘Januari komt geen schip binnen; er is ijs in zee en de spieringvangst is zuinig.
Februari – 10 schepen – Panharingvangst beter.
Maart – 6 schepen – Kabeljauw zeer duur; panharing goed.
April – 3 schepen – Zeer ruim.
Mei – 14 schepen – Haring min; zoo ook ansjovis; bot zeer voordelig.
Juni – 38 schepen – Bot als in mei.
Juli – 2 schepen – Bot als in juni.
Augustus – 119 schepen – Prijs van alle visch hoog.
September – 83 schepen – Prijs van bot zeer hoog, zoodat er veel geld verdiend wordt. October – 72 schepen – Haring, goed aanzien, men maakt f 2,50 uit de 100 stuks November – 20 schepen – Botvangst redelijk; haring goed, prijs zeer hoog.
December – 6 schepen – Spieringvangst, door het ijs, zeer gunstig.
In ’t geheele jaar 373 scheepjes met visch.’
Interessant is nog wat hij schrijft over het leven aan boord.
‘Het leven aan boord is zeer eenvoudig; het voedsel daarbij rijk aan eiwitstoffen. Vier maaltijden in ’t etmaal. ’s Morgens om 6 uur brood met een gebakken botje van den vorigen avond, of met gerookte visch. ’s Middags om 12 uur gewoonlijk pannekoeken of karnemelksbrij, waarbij gebakken visch. Des avonds om 7 uur visch; gewoonlijk gekookte tong of bot en des nachts om 12 uur gebakken visch met brood en zwarte koffie. Van sterken drank wordt weinig gebruik gemaakt.’
 
Column
Rob de Slegte
 
Smaak
Huizen kende ik al een tijdje. Nou ja, kennen, we kwamen er af en toe wel eens. Toen we besloten om een huis in Huizen te kopen ging ik Huizen anders zien. Een van de redenen dat we er best wilden wonen was dat het dorp een historische kern heeft. Bizar eigenlijk dat het oude dorp met zijn leuke oude huisjes in kronkelige smalle straatjes vroeger gewoon achterbuurten waren. Nu koop je weinig meer onder de acht ton en wat te koop staat is binnen een zucht verkocht. 
Huizen is gewild, want Huizen is mooi. Maar welke machthebbers hebben ooit bedacht dat de toegang tot het oude dorp zo onbeschrijfelijk lelijk moest zijn? Waarom moest dat? Er heeft ooit een prachtig postkantoor gestaan, statig, monumentaal en met een roemrijke historie. Echte Huizers weten dat nog wel, die huilen nog steeds dat er barbaren hebben bestaan die het met de grond gelijk hebben gemaakt. De oude kerk moet met zijn toren in de hemel hebben gepriemd om te vragen of er op het nippertje toch nog wijsheid in de machthebbers en slopers kon komen. Het mocht niet zo zijn. De boel moest plat. 
Het Oude Raadhuisplein mocht als pleister op zijn wonden nog wel zijn naam houden. Vast bedoeld als aai over de bol van een enkele beleidsmaker die moedig had gestreden dat de sloopkogel een deel van de historie van het darp niet voor eeuwig zou verwoesten. Ik snap natuurlijk ook wel dat aan dor en dor rotte gebouwen weinig eer valt te behalen. In Amsterdam is wel eens het plan geopperd om de hele Pijp plat te gooien. Zou ook dor en dor rot zijn. Nu is zowat ieder huis in de Pijp van fundament tot dak gerenoveerd en is het een van de meest gewilde en ook niet meer te betalen buurten van Amsterdam. Iemand die nu nog zou opperen om de hele boel maar af te breken zou met pek en veren uit de stad worden verbannen. 
Minstens zo onbegrijpelijk als historische panden slopen is het toestaan dat totaal niet harmoniërende panden mogen worden gebouwd naast en tussen oude juweeltjes. En dan vaak ook nog in kleuren waarbij je je afvraagt of de welstandscommissie zwaar aan de drank was toen zij een positief advies uitbrachten. Vroeger heette dat clubje de schoonheidscommissie. Weet u gelijk waarom ze die naam niet meer mochten gebruiken. Die foeilelijke ingang van het oude dorp tussen het Prins Bernhardplein en de Keucheniusstraat lijkt opnieuw tegen de vlakte te gaan. Kwestie van tijd. Geen mens die er een traan om gaat laten. Uit goede bron heb ik vernomen dat op het gemeentehuis al jaren wordt gebroed op een mooie toegangspoort voor het oude dorp. Passend bij de oude kerk, bij de oude pastorie, bij het oude weeshuis. Zo lelijk als het is mag het nooit meer worden hebben ze gezegd. 
Over smaak valt niet te twisten zegt u? Ik ben van mening dat dat wel degelijk kan. 
Philips deel 4
Dick Kos
ie tijden komen nooit meer
In dit laatste deel over de Philips-vestiging in Huizen, zal het vooral 
over de laatste jaren van Philips Huizen gaan, tot en met de sloop van de gebouwen waar menig oud medewerker met weemoed dagelijks naar ging kijken.
 
Als inleiding wil ik een gesprek tussen mij en voormalig Philips-personeelschef Rob de Zwart plaatsen. Dit gesprek vond destijds plaats voor de microfoon van de lokale omroep in Huizen, Radio 6FM (thans NH Gooi), in mijn historisch radioprogramma De 19-toenshow. 
Interview Rob de Zwart 
In de jaren 70 plaatste Philips Huizen veel advertenties, waarin ze massaal medewerkers vroegen voor de fabriek. Vooral vrouwen werden gelokt. In de advertenties stond dan ook: “bij ons verdienen vrouwen evenveel als mannen.” Rob de Zwart vertelde: “Philips Telecommunicatie Industrie breidde destijds uit en er was veel vraag naar monteurs en monteuzes terwijl er weinig aanbod was. Met name voor het vullen van printplaten met de hand met allerlei componenten, weerstanden en diodes, was het nodig dat je kleine vingertjes had en dus heel nauwkeurig de onderdelen in de gaatjes van de printplaten kon plaatsen en vrouwen konden dat beter dan mannen, vandaar dat er een grote vraag was naar vrouwen of meisjes om dat soort werk te verrichten. Ik ben begonnen in 1968 in de fabriek aan de Warandebergstraat in Huizen en toen hadden ze nog veel werk aan grote zenders en radio-communicatie, en toen dat steeds minder werd is de afdeling Transmissieapparaten van Philips Hilversum naar Philips Huizen overgeplaatst en dat is eigenlijk de grote bloeiperiode geweest. Toen was er ook nog heel veel handwerk in het maken van printplaten, het solderen op de printplaten en knippen en samenstellen van onderdelen en dat is later steeds meer door machines overgenomen. 
Het was een groot bedrijf, in hoogtijdagen hebben er meer dan 1000 mensen gewerkt en het ging goed, er was uitbreiding nodig, er was veel werk, de sfeer was positief. Veel mensen in de regio verdienden hun brood bij Philips Huizen. We hadden de Zenderwijk in Huizen, waar veel medewerkers van Philips woonden. In de hoogtijdagen reden er wel negen grote bussen, helemaal vol met medewerkers van Philips, vanaf allerlei plaatsen in de regio, om de medewerkers die buiten Huizen woonden te vervoeren van en naar de fabriek. De bussen stonden klaar om 16.30 uur, destijds einde werktijd, en iedereen verzamelde zich voor de poort totdat het fluit- of hoornsignaal ging, waarna iedereen naar de bussen rende om op tijd weer naar huis te gaan. Het was wel een beetje raar. Iedereen verzamelde zich voor de hekken en de portier, Piet Boor, ging dan voor dat hek staan en als dan dat signaal ging, maakte hij dat hek open en moest zelf hard wegrennen om niet onder de voet te worden gelopen door al die mensen die de poort uitrenden om naar de bussen, hun auto’s of fietsen te gaan om naar huis te gaan. Dat was wel een mal gezicht eigenlijk. Later kwamen er keuzewerktijden en was dat voorbij. 
Philips deel 4
 
Je vraagt mij waar het met Philips later is misgegaan. Op een gegeven moment is Philips Telecommunicatie Industrie samengegaan met A.T.&T. in een verhouding van 50/50. Dat werd later 40/60 en uiteindelijk is is het geheel A.T.&T. geworden. Daarna is A.T.&T. opgesplitst in weer een aantal bedrijven en is Lucent Technologies geworden. Door industrialisatie, automatisering en omdat montage geen core-activiteit meer was en dat het later veel meer ging om het bouwen van systemen en het uitbesteden van het maken van printplaten en onderdelen, is het langzaam maar zeker afgestoten. Dat was al begonnen in Amerika waar die hele grote fabrieken van A.T.&T. op een gegeven moment inkrompen en uitbesteed werden aan andere bedrijven. En dat is ook in Nederland het geval geweest in Huizen, maar dat zag je ook bij Philips in zijn algemeenheid. Al die grote fabrieken die ze hadden met televisies, gloeilampen, en huishoudelijk apparaten, daar is bijna niets meer van over. De productie is allemaal naar de lage lonen landen gegaan, maar ook geautomatiseerd. Het was een hele mooie tijd. Toen ze hier in Huizen de gebouwen gingen slopen, ben ik ook langs geweest en heb ik ook foto’s gemaakt, want ik heb er toch een groot deel van mijn leven gewerkt. Heel bijzonder vond ik ook dat er veel andere oud Philips-medewerkers daar ook steeds kwamen kijken en dan zeiden: “hier heb ik gewerkt, en wat was het groot eigenlijk, wat nam het een enorme ruimte in beslag. Dan zag je toch dat de mensen een band hadden met het bedrijf.” 
Tot zover het gesprek met Rob de Zwart, die in Huizen later de voorzitter van de stichting Huizerdag was. 
Over de laatste jaren van de voormalige Philips-vestiging put ik naast mijn herinneringen ook uit de door mij bewaarde krantenknipsels van destijds, en uit oude personeelsbladen.
Van A.T.&T. naar LUCENT
In 1983 ging Philips een joint-venture aan met het Amerikaanse telefommunicatieconcern A.T.&T. De nieuwe werkmaatschappij kreeg de naam APT en het bedrijf maakt zo’n grote groei door dat een nieuwe uitbreiding noodzakelijk bleek. In 1986 werd het stervormige pand gebouwd op het terrein waar eerder een accu- en cassettefabriek en automaterialenzaak Eurami waren gevestigd. Dit gebouw was gebouw HV en is naast de voormalige bewakingsloge het enige voormalig Philips-gebouw dat er nog staat aan de Warandebergstraat. Het inmiddels afgesplitste Hollandse Signaal Apparaten (voorheen ook onderdeel van Philips Huizen) werd de huur opgezegd, zodat APT het hele 7.2 hectare grote terrein voor zichzelf had. Oorspronkelijk leek het met A.T.&T. Huizen erg goed te gaan. Tijdens een open dag in het begin van de jaren 90 werd aan de poort van het bedrijf aan iedereen een blauwe mok gegeven waarop stond: A.T.&T. Huizen gaat het helemaal maken. Echter moest in 1993 de oude Philips- fabriek in Den Haag, die inmiddels ook van A.T.&T was, gesloten worden. Er volgde toen een grote reorganisatie. 400 Haagse werknemers kwamen naar de fabriek in Huizen. Slechts 70 verhuisden naar de regio. 
De werknemers die niet verhuisden werden de eerste jaren met touringcarbussen gereden vanuit Den Haag. 
Doordat de fabriek in Den Haag sloot moesten er al vele honderden mensen weg. Het personeel werd volgens een formule in leeftijdsgroepen verdeeld en daaruit in wijkers en blijvers. Wanneer er verteld werd dat je “wijker” was, moest je ook meteen weg. Er werd wel een bemiddelingsbureau aangesteld om je te bemiddelen naar een baan buiten het bedrijf. 
Later in de jaren 90 volgde de ene ontslaggolf na de andere. Als je iedere keer “blijver” was, had je geluk. De Amerikaanse directie besloot A.T&T op te splitsen en één van de werkmaatschappijen die daaruit voortkwam, was Lucent Technologies. Sinds 1996 heette het bedrijf in Huizen zo. Het werd er echter niet beter op. Stukje bij beetje werd de productie overgeheveld naar het buitenland. Lucent was een echt Amerikaans bedrijf: het neemt mensen aan en als ze niet langer nodig zijn, staan ze net zo snel weer op straat. Ze werkten ook veel met uitzendkrachten. 
Er werden elke week op maandag om twaalf uur vlaggen gehesen als de productie in de fabriek in de week daarvoor gehaald was. Was dat niet gehaald, werden de Lucent-vlaggen niet gehesen. 
Doordat veel mensen nog de Philips-cultuur hadden meegemaakt en zich erg identificeerden met het bedrijf, raakten door de steeds opvolgende reorganisaties en de veranderde bedrijfscultuur (veramerikanisering) veel mensen overspannen en kwamen ziek thuis te zitten voor langere tijd. De bedrijfsmaatschappelijk werkster van het bedrijf, die er ook in de Philips-tijd al werkte, heeft toen sessies gehouden bij het personeel om ze een andere mindset te geven en om verder ziekteverzuim tegen te gaan. Ik herinner me dat ze zei: “ik heb altijd gezien dat de mensen die bij Philips werkten, het werk zo ontzettende groot maakten. Maak het niet zo groot, het is maar werk, je verhuurt jezelf om voor acht uur per dag een prestatie te leveren en dat is het, je mag altijd nog thuiskomen.” Daarmee was de toon gezet. De Philipscultuur was weg. 
Toen de afdeling bewaking werd verteld dat ze de dienst wilden gaan uitbesteden aan een particulier beveiligingsbedrijf, wilden de bewakers dit proberen tegen te gaan omdat de voorwaarden waaronder ze van rechtswege bij Philips waren overgegaan naar A.T&T en later Lucent veel beter waren. Als tegenargument wilden ze de kwaliteit die ze door hun jarenlange band met het bedrijf hadden, als wapen in de strijd gooien om de leiding te overtuigen dat het niet verstandig was om de dienst te gaan “outsorcen”. Vanuit de leiding werd echter gezegd: “wie zegt dat we die kwaliteit nog willen?” 
De fabriek moest dicht in 1997 kwam het bericht: Lucent kondigde aan dat de fabriek in Huizen dicht ging. Een jaar eerder hadden 260 mensen moeten vertrekken bij een ontslaggolf. De bonden waren woedend. Eerst moest de fabriek kleiner en compacter, en later zou de fabriek te klein en te compact zijn om te overleven. 
Philips deel 4
De 575 werknemers en 127 ondersteundende personeelsleden die er in 1997 nog waren, zouden per 1 januari 1999 op straat staan. Voor de Amerikaanse multinational Lucent Technologies met wereldwijd 120 duizend medewerkers en een omzet van 23,4 miljard dollar, was het een kleine stap. De productie van telefooncentrales zou vanaf 1999 gewoon in Spanje gebeuren en de transmissiesystemen zouden voortaan vanuit de VS komen. Daarmee was de overcapaciteit van Lucent in Huizen mooi opgelost. En dat terwijl er in Huizen winst werd gemaakt. Het ging om een operatie van efficiëntie. Economisch was het niet nodig, want het ging erg goed met Lucent. Het Huizer personeel was ook de dupe van de wereldmarkt en niet van eigen onkunde. De concurrentie in de wereld van telecommunicatie-apparatuur was moordend. Dat betekent dat Lucent voortdurend schoof met personeel en fabrieken. Orders waren er voldoende maar landen als Saoedi Arabië en China eisten in ruil daarvoor dat de productie van bijvoorbeeld telefooncentrales in eigen land plaats zou vinden. Mede omdat de lonen in die landen lager zijn dan in Nederland, kon Lucent zo’n voorwaarde nauwelijks negeren. En zo verdween het productiewerk uit ons land en deze regio. 
Een deel van het ontslagen personeel werd nog overgenomen door de bedrijven Neways en Detron, die de fabriek overnamen. Drie jaar later vlogen deze mensen er alsnog uit, of moesten mee naar de vestiging van Neways in Son in Brabant. Op 10 augustus 2001 stond er in de Gooi en Eemlander een artikel met de kop: Huizens grootste werkgever sneeft. 
De meeste inwoners van Huizen heeft de opheffing van de fabriek mogelijk koud gelaten. Hoogstens 200 werknemers in die laatste jaren, woonden in Huizen of de meest directe omgeving, toch zag burgemeester Verdier destijds de ontwikkeling met lede ogen aan. “Ieder verlies van werkgelegenheid is dramatisch.” En wie durft te insinueren dat Huizen het heus niet zo erg 
Philips deel 4
vindt omdat op dat terrein wel heel veel woningen passen, die heeft een verkeerde aan de burgervader. Het is een bedrijventerrein en wij zijn niet van zins om daar een andere bestemming aan te geven.” 
Acties door de bonden
Zelf heb ik in die tijd geleerd hoe belangrijk het is om lid te zijn van een vakbond. De bonden hielden massabijeenkomsten met het personeel en hun leden. Ze onderhandelden over een goed sociaal plan voor degenen die ontslagen werden. Veel 50-plussers mochten weg, met goede regelingen en geen sollicitatieplicht meer. Zo gingen werknemers die tussen 50 en 55 jaar oud waren, eigenlijk vervroegd uit het arbeidsproces.
 
 
Holland Signaal, dat nog op het terrein van Lucent gevestigd was, had burgemeester Jos Verdier uitgenodigd om op een koude dag in 1998 om twaalf uur om op een heimachine de eerste paal te slaan van het pand waar ze naar toe zouden gaan verhuizen. Dat is het pand aan het begin van de haven, op de Bestevaer, waar eerder de gemeentewerf en het kantoor van de havenmeester was. Het bedrijf heet nu Thales en bestaat nog steeds en er zullen nog wel verschillende oud Philips-medewerkers werken. 
Burgemeester Verdier werd door enkele honderden personeelsleden van Lucent opgewacht aan de poort. De Lucent-medewerkers kregen daar van de bonden een kop soep en gebruikten demonstratief de lunch. De burgemeester kwam uit zijn auto en werd naar de microfoon op de opgestelde pallets verwezen waar Carla Kiburg van FNV Industriebond hem het woord gaf, nadat zij zelf tegen hem zei dat Den Haag, laat staan de Huizer politiek, de werknemers van Lucent niet steunden. Verdier hield een korte toespraak, maar zei dat hij kwam voor Holland Signaal dat uit het gebouw van Lucent vertrok. Hij toonde echter begrip voor het Lucent-personeel en beloofde zich samen met de Lucent-directie in te zullen spannen voor werkgelegenheid.
Ook was er steun uit onverwachte hoek: De diaconie van de gereformeerde kerk in Huizen vroeg alle betrokkenen bij de aangekondigde sluiting van de fabriek van Lucent om deze te voorkomen. De sociale problemen die door dit massa-ontslag zullen ontstaan, zullen diep ingrijpen in de gemeenschap van Huizen en omgeving, aldus diaconie-voorzitter A. Karman in zijn schriftelijke oproep.
Diverse krantenknipsels betreft actie en sluiting. Bron: Gooi- en Eemlander. ren om Huizen open te houden.
 
Het Huizer fabriekspersoneel van Lucent trok later ook nog in een demonstratieve optocht naar het Europese hoofdkantoor van Lucent aan de Larenseweg in Hilversum (ook een voormalige Philpsvestiging). Daar werd de directie in een petitie opgeroepen uiterste krachtinspanning te leveHet hielp niet, het bedrijfsterrein werd in de vroege jaren nul van deze eeuw verlaten.
De sloop 
Zoals Rob de Zwart al zei, gingen er veel oud Philips-medewerkers kijken bij het terrein waar de gebouwen gesloopt werden. Zo ook Piet Boor, waar we in de vorige delen al over spraken. Het voormalige hoofd van de bewaking ging elke week wel een keer kijken. 
Tegen de verslaggever van de Gooi- en Eemlander zei hij destijds: “het is niet niks wat hier gebeurt, het is toch verschrikkelijk, langs de Havenstraat bloeiden vroeger de rozenstruiken. We hadden hier een mooie tuin. Dat is allemaal verdwenen. Ik kende de gebouwen van haver tot gort. Ieder hoekje, ieder gaatje, de kelders. Een groot deel van mijn leven heb ik hier doorgebracht. Ik kende iedereen van gezicht en naam. Ook veel mensen van buitenaf, van andere Philips vestigingen. ‘Vreemden’ mochten niet naar binnen. Er waren overal camera’s. Een stukje nostalgie. Het ketelhuis, de gebouwen, allemaal plat. Er gebeurde wel eens een ongelukje en dan moest er een ambulance komen. Dan belde je en als de ambulance en de politie kwa-
Philips deel 4
Veerman ging vaak met zijn vader mee naar de fabriek. Hij vertelt daar het volgende over: “dat ik als klein kereltje van amper acht jaar oud het zo vreselijk imposant vond al die gele bussen van Centraal Nederland om half vijf in de remise voor de parkeerplaats. Toen mijn vader daar ging werken als voorman van Mercurius mocht ik mee en leidde hij mij rond. Van de ene verbazing in de andere. Die portiers-loge, ik heb daar met open mond gestaan. En dat immens grote parkeerterrein waar menigeen zijn of haar eerste rijles kreeg van hun vader. De Phillips was voor mij het 
“tuinpad van mijn vader.” 
 
En langs het tuinpad van mijn vader
Zag ik de grote Phillips staan
Ik was een kind en wist niet beter
Dan dat het nooit voorbij zou gaan
Een betere afsluiting van deze serie kunnen we niet hebben, Arjan Veerman verwoordt met deze variant op het refrein van het bekende lied van Wim Sonneveld, precies wat het gevoel was dat menigeen had over de Philips-fabriek in Huizen. Zelfs de kinderen van de mensen die bij Philips werkten, waren er kennelijk door aangeraakt. 
 
men, stond het hek al open. Dan reed je er op je fiets voor, want men wist niet waar men heen moest. Nee, die tijden komen niet meer terug.”
Het grote Philips sentiment
Arjan Veerman, de zoon van Aart Veerman, die als objectleider bij schoonmaakbedrijf Mercurius werkzaam was bij Philips Huizen, groeide op in de buurt van de Philips-fabriek. 
Hij zag als kind het grote fabrieksterrein met die grote hoge gebouwen, kantoorkolossen en fabriekshallen, hij zag al die auto’s op dat grote parkeerterrein en die blauwe zonneschermen die op zomerse dagen bij alle kantoren van die grote gebouwen naar beneden hingen. Deze werden overigens vanuit de bewakingsloge centraal bediend. 
 
Sloopwerkzaamheden aan gebouw HD en HE. 
Ontvangen schenkingen
 Historische Kring Huizen
S
chenkingen
Wij zijn als Historische Kring Huizen ontzettend blij met voorwerpen die van historisch belang zijn voor Huizen.
Het komt ook voor dat de Historische Kring/Werkgroep Klederdrachtgroep Huizen, Huizer kleding krijgt aangeboden. Dit gebeurt bijvoorbeeld doordat mensen gaan verhuizen en zij de kleding niet zelf meer kunnen/willen bewaren.
De afgelopen maanden ontvingen wij van:
• Dhr. H. Schipper - asbak van Hoekstra BV, met een afbeelding van Rembrandt van Rijn.
• Dhr. K. Schipper - diverse pennen, trouw- en verlovingskaarten en een rapportboekje.
• Mevr. I. van Herwerden - twee plakboeken met krantenknipsels, diverse foto’s en diverse ansichtkaarten.
• Dhr H. Borstlap - diverse boeken, landkaarten en foto’s.
• Fam. Rebel -  Huizer kleding die gedragen zijn door Jansje Gooijer-Rebel.
• Fam. Rebel - diverse Huizer kleding, belijdenis, diploma en diverse foto’s, waaronder eentje van Harpe Davids.
• Mevr. M. van de Kaa - drie plakboeken over de lagere school De Kijer, tegeltje en spandoek met logo van de school. Geweldig om zo’n overzicht van een school te krijgen.
• Dhr. H. Molenaar - diverse overlijdingskaarten, drie generaties trouwboekjes; één uit 1891 (deze is dus al 130 jaar oud!), één uit 1924 (97 jaar oud) en één uit 1947.
  Geweldig dat iemand dit zolang bewaard heeft en nu aan de Historische Kring schenkt.
• Mevr. E. Kos - mok van Huizer boerenbont, thermometer Huizer Houthandel, zilveren asbakje met het Huizer melkmeisje, blikopener/kurkentrekker van A. Zeeman in de vorm van een rode stropdas. Weet iemand waar deze Zeeman zat?
Hartelijk dank. 
Werkgroep Archief